Docent Werktuigbouwkunde (tweedegraads)

Waar werk je?

Als docent werktuigbouwkunde werk je voornamelijk in het Middelbaar Beroeps Onderwijs en in de volwasseneneducatie. Je bent ook bevoegd om te werken in het VMBO en ook in de onderbouw van de Havo, Vwo, maar in de praktijk zal dit weinig voorkomen. Je bent vrijwel uitsluitend aan het werk op de school zelf. Soms ben je aanwezig op een leerbedrijf om een leerling te bezoeken.

Wat doe je?

Als docent werktuigbouwkunde onderwijs je alle onderdelen van het vak werktuigbouwkunde. Zo leer je bijvoorbeeld je leerlingen installaties, machines en werktuigen fabriceren, ontwikkelen en besturen die het werk voor de mensen eenvoudiger en simpeler maken. Ook laat je de leerlingen kennis maken met verschillende gereedschappen en materialen. Het grootste deel van de lessen is praktijkgericht, maar je geeft ook theoretische lessen over het vak werktuigbouwkunde. Verder begeleid je je leerlingen tijdens stage, bijvoorbeeld in een verpleeghuis of een zorgboerderij. Aan de hand van toetsen en werkstukken volg je de ontwikkeling van de leerling en deelt dit met collega’s tijdens vergaderingen en, indien nodig, met ouders. Ten slotte heb je ook overleg met je vaksectiegenoten, waarbij je onder andere ervaringen uitwisselt en doelen op elkaar afstemt.

Wat moet je kunnen?

Je bent breed onderlegd in materiaalkunde, bedrijfskunde en productietechnologie en je weet alles over kunststoffen, besturings- en aandrijvingstechniek. Met behulp van deze kennis, ben je in staat de kennis en vaardigheden van de leerling steeds verder te ontwikkelen. Je kunt een goede inschatting maken van wat een leerling wel en niet beheerst en kunt hem daar individueel in begeleiden. Door bij- en nascholing blijf je op de hoogte van alles wat er in jouw vak speelt. Je hebt een luisterend oor voor de leerlingen, maar je kunt ook goed orde houden in de klas.