AOW-leeftijd moet geleidelijk omhoog naar 69 jaar

20 november 2017

AOW-leeftijd moet geleidelijk omhoog naar 69 jaar
PERSBERICHT 20 november 2017 - De politiek heeft ingezet op een geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd tot 67 jaar in 2021. Daarna zal de verhoging van de AOW-leeftijd gekoppeld worden aan de toename van de levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Econoom Willem Heeringa stelt dat de AOW-leeftijd geleidelijk tot minstens 69 jaar in 2040 zou moeten worden verhoogd. Dat blijkt uit zijn onderzoek waarop hij op 24 november promoveert aan Tilburg University.
Sinds de introductie van het AOW-stelsel in 1957 leven de Nederlanders gemiddeld langer en krijgen ze minder kinderen. Daarnaast zijn mannen sinds 1957 minder gaan werken, maar vrouwen juist meer. Een doorrekening van de AOW-generatierekeningen van alle generaties geboren tussen 1892 en 2000 toont aan dat deze demografische en economische ontwikkelingen het AOW-stelstel onder druk zetten. De toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen weegt voor het AOW-stelsel dan ook niet op tegen de negatieve effecten van de daling van het geboortecijfer en de afgenomen arbeidsparticipatie van mannen. Heeringa berekende dat de AOW-leeftijd tot minstens 69 jaar in 2040 zou moeten worden verhoogd om het effect van de toegenomen levensverwachting volledig op te vangen zonder de AOW-premies te verhogen of de AOW-uitkeringen te versoberen.Risicovol beleggen bij jongerenIn zijn proefschrift onderzoekt Heeringa voorts hoe het Nederlandse AOW-stelsel, waarin jongere generaties de AOW-uitkeringen van oudere generaties financieren, de optimale beleggingsportefeuille van een individu beïnvloedt. Hij toont aan dat bij een dergelijk pensioenstelsel het voor jonge individuen optimaal kan zijn om meer in aandelen te beleggen. Deze bevinding impliceert dat Nederlandse pensioenfondsen de pensioenpremies van jongeren risicovoller zouden moeten beleggen dan die van ouderen. Dit sluit aan bij de huidige discussie over een meer geïndividualiseerd aanvullend pensioenstelsel.Willem Heeringa (1974) is cum laude afgestudeerd in dalgemene economie aan de universiteit van Groningen. Hij is op dit moment afdelingshoofd macroprudentiële analyse en beleid bij de divisie financiële stabiliteit van De Nederlandsche Bank (DNB). Daarvoor was hij werkzaam als senior econoom en afdelingshoofd economisch beleid bij de divisie economisch beleid en onderzoek van DNB. Hij is gedetacheerd geweest bij de Europese Centrale Bank. Tevens is hij enkele jaren verbonden geweest aan Netspar.
Noot voor de pers
Willem Heeringa promoveert op vrijdag 24 november 2017 op zijn proefschrift: Essays on pay-as-you-go pension schemes, demographics, fiscal policy, credit rationing and house prices (Aula, Tilburg University, 10.00 uur). Promotores: prof. dr. A.L. Bovenberg en prof. dr. J. Swank. Een recensie-exemplaar is aan te vragen via: '(persvoorlichters@tilburguniversity.edu)' of [klik hier voor het telefoonnummer] . Voor nadere toelichting kunt u contact opnemen met de promovendus, telefonisch [klik hier voor het telefoonnummer] of per e-mail: '(w.l.heeringa@dnb.nl)'.