Ton Heerts: ‘Het was echt een heel goed jaar’

23 december 2018
Ton Heerts, sinds twee jaar voorzitter van de MBO Raad, blikt tevreden terug op een voor het mbo memorabel jaar. Hij zit vol plannen om het mbo in 2019 verder vooruit te helpen.

Over de vraag of Ton Heerts hoogtepunten uit het afgelopen jaar kan noemen, hoeft hij niet lang na te denken. ‘Het jaar begon prachtig met het Bestuursakkoord dat we in februari met de minister ondertekenden. In april kwam het voor het mbo zeer positieve Onderwijsverslag uit. Vooral over de groeiende kwaliteitscultuur binnen de onderwijsteams is de Inspectie lovend. Dan hadden we in september de nationale opening van het mbo-jaar met de koning, heel belangrijk voor het imago van het mbo. Ook zijn we natuurlijk blij dat we een nieuwe cao hebben, dat de vakwedstrijden een steeds stevigere plaats binnen het onderwijs krijgen en dat mbo-deelnemers voortaan studenten heten. En op het eind van het jaar hadden we de Dag van het MBO, met een prachtig gala en Desirée Hermandez als nieuwe landelijke ambassadeur. Ja, 2018 was een mooi jaar!’

Volgens de Keuzegids zou het moeilijk zijn om in Zuid-Holland een goede school te vinden.
‘Het gros van het mbo is echt retegoed. Dat heb ik ook het afgelopen jaar gemerkt bij mijn rondtocht langs tientallen scholen. Ook in Zuid-Holland zijn prima opleidingen te vinden, denk aan het Techniekcollege van Albeda en Zadkine. Het is leuk om lijstjes te maken, maar de Keuzegids moet er geen wedstrijd van maken. Natuurlijk zijn er verschillen tussen scholen, dat is logisch, de omstandigheden zijn vaak heel anders. De verruwing van de samenleving zie je bijvoorbeeld vooral in de grote steden terug op school. Maar dat neemt niet weg dat het mbo de kwaliteit steeds beter op orde heeft. Het programma Focus op Vakmanschap, met veel aandacht voor de basiskwaliteit, heeft succes gehad.’

Wat kunnen we in het nieuwe jaar verwachten?
‘We zitten vol plannen. We gaan verder met het programma Sterk Beroepsonderwijs, waarbij het mbo nauw samenwerkt met het vmbo. Ook willen we stimuleren dat leerlingen de mogelijkheid krijgen om van 3 havo over te stappen naar een mbo-4 opleiding. Voor jongeren die de praktijk in willen, is dat een gouden keuze. In het mbo komen zij veel sneller in aanraking met the real world. Voor sommigen is dat echt aantrekkelijker dan nog twee jaar theoretisch onderwijs. Ook willen we samen met het hbo de associate degrees uitbouwen. En natuurlijk willen we de doorbraak in het leven lang ontwikkelen in 2019 echt realiseren.’

Waarom is het skills-akkoord over leven lang leren nog niet tot stand gekomen?
‘De doorbraak rond leven lang ontwikkelen is al een paar keer door het kabinet aangekondigd, maar – eerlijk is eerlijk – nog niet gerealiseerd. Toch zie ik genoeg positieve ontwikkelingen. Zo start begin volgend jaar in Twente een initiatief waarbij werkzoekenden een opleidingsvoucher van € 5.000 krijgen, betaald door scholen, werkgevers en overheden. Een individuele leerrekening voor alle werkenden is een prachtig idee, maar die rekening moet wel gevuld worden. We gaan in 2019 hiermee verder, we laten dit idee niet los!’

Welke rol kunnen mbo-scholen spelen bij het bestrijden van werkloosheid?
‘Wij zijn voorstander van een scholingsplicht voor werkzoekenden. Wie een uitkering heeft, kan op kosten van de samenleving een opleiding volgen. Naast de Algemene Ouderdoms Wet zou er een tweede AOW moeten komen, de Algemene Onderwijs Wet. Tot 27 jaar heb je recht op onderwijs, na je 67e heb je recht op een AOW-uitkering. In de tussenliggende jaren werk je, waarbij je van tijd tot tijd een bijscholing volgt. Het mbo kan daar een perfecte rol in spelen, met na het behalen van een beroepsdiploma cursorisch onderwijs in een mix van praktijk en theorie.‘

Is er nog wel toekomst voor niveau-2 opleidingen?
‘Werkgevers geven keer op keer aan dat zij behoefte houden aan werknemers met een opleiding op niveau 2. Natuurlijk verandert het werk snel, maar het verdwijnt niet. De vrachtwagenchauffeur van de toekomst is een soort piloot in een cockpit. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Maar het werk blijft wel bestaan.’

Moet er meer sturing komen op de studiekeuze van jongeren?
‘Voorop staat dat wie een mbo-diploma heeft zo goed als verzekerd is van een baan. Dat geldt ook voor opleidingen die op het eerste oog minder gewild zijn. Bij creatieve opleidingen leren studenten competenties waar in het bedrijfsleven veel vraag naar is. Natuurlijk moet je soms grenzen stellen. Helicon in Velp leidt elk jaar 24 schaapherders op, dat moeten er geen 240 worden. Zoveel schapen hebben we niet!’

Er is in 2018 veel discussie geweest over het lerarenregister. Bent u nog voorstander van zo’n register?
‘Dat is echt aan de docenten zelf. Investeren in professionalisering is altijd goed. Maar we hebben daar al veel voor afgesproken: een professioneel statuut, een cao, medezeggenschap. Als een register van niemand is, zie ik geen meerwaarde. Daar komt bij dat aan docenten in het mbo heel andere eisen gesteld worden dan aan een leraar in het primair onderwijs. Kenmerkend voor het mbo is de samenwerking in een onderwijsteam, waar naast docenten bijvoorbeeld ook instructeurs werkzaam zijn en zij met elkaar de taken verdelen. Eén register voor po, vo en mbo is dus lastig.’

Komt er in 2019 eindelijk duidelijkheid over de rekentoets?
‘Dat hoop ik wel. Samen met de beroepsvereniging van docenten hebben we onlangs een stevig standpunt ingenomen: wij zijn voor een rekentoets die meetelt voor het examen. In bijna ieder beroep kom je in aanraking met rekenen. Wie een mbo-diploma behaalt, moet dus een bepaald rekenniveau beheersen. Het is prima dat scholen, met behulp van een toetsenbank, zelf hun rekenexamens mogen maken. Zo’n landelijke toetsenbank vinden we samen met de VO-raad nodig om nog enige homogeniteit in de examens te behouden.’

Tot slot: hoe staat het met de in het bestuursakkoord aangekondigde ‘brigade’ die overbodige regels gaat opruimen?
‘Daar beginnen we volgend jaar mee. We werken nauw samen met de beroepsvereniging van docenten en de vakbonden. Het is belangrijk dat regels die innovatie in de weg staan worden opgeruimd. We weten niet precies wat het gaat opleveren, maar we vinden het belangrijk dat docenten en instructeurs alle ruimte krijgen om het beroepsonderwijs steeds beter te maken.’

(Foto: Marc Brökling)