Kabinet houdt vast aan verdere daling schooluitval

21 oktober 2019
Het kabinet houdt vast aan de landelijke ambitie van maximaal 20.000 voortijdig schoolverlaters per jaar. Alle scholen moeten komende maanden in regionale plannen streefcijfers formuleren voor het terugdringen van het aantal schoolverlaters.

Dat schrijven minister Van Engelshoven en staatssecretaris Van Ark in een brief aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het interdepartementaal onderzoek (IBO) naar het rijksbeleid rond kwetsbare jongeren. In de periode 2000-2015 is de schooluitval enorm gedaald, van zo’n 70.000 naar 22.000 per jaar. Hoewel de laatste jaren de daling van het aantal schoolverlaters is stilgevallen en de uitval zelfs weer stijgt, houdt het kabinet vast aan het streefcijfer van 20.000 schoolverlaters per jaar. Dit doel dient volgens de brief ‘als houvast en spiegel om te zien of we op de goede weg zijn’.

Net als voorgaande jaren stelt de minister van Onderwijs in 2020 weer subsidie beschikbaar voor scholen en gemeenten. Elke regio moet een plan maken voor de periode 2021-2024 met maatregelen om schooluitval tegen te gaan. Voor de uitvoering van de plannen is de komende vier jaar een bedrag van € 200 miljoen beschikbaar.

In de brief onderkent het kabinet dat de route naar werk een alternatief kan zijn als het jongeren niet lukt een opleiding af te ronden. Uit analyses blijkt dat steeds meer schoolverlaters aan het werk zijn gegaan, ook jongeren die een opleiding volgen op de lagere mbo-niveaus. Het fenomeen ‘groenpluk’ speelt hier ongetwijfeld een rol bij. Uit onderzoek blijkt ook dat veel van deze schoolverlaters binnen enkele jaren weer terugkeren naar school om alsnog een startkwalificatie te halen. Om die reden moeten scholen in hun plannen ook ambities formuleren voor het percentage uitvallers dat aan het werk gaat en het percentage uitvallers dat terugkeert naar school.

Lees hier de kabinetsreactie op het onderzoek naar kwetsbare jongeren