‘Scholen moeten eigen visie op burgerschap ontwikkelen’

23 oktober 2019
De mbo-scholen hebben een goed begin gemaakt met de verbetering van het burgerschapsonderwijs. Maar tevreden is minister Van Engelshoven nog niet: ‘We kunnen pas tevreden zijn als elke school een duidelijke visie heeft op burgerschap’.

Dat schrijft minister Van Engelshoven in een brief aan de Tweede Kamer over de voortgang van de burgerschapsagenda. Deze agenda is in 2017 vastgesteld met als doel het burgerschapsonderwijs op het mbo op een hoger plan te brengen. Op basis van deze agenda, die een looptijd heeft tot 2021, werken de scholen onder andere aan de ontwikkeling van een curriculum en de professionalisering van docenten.

Volgens minister Van Engelshoven is burgerschapsonderwijs van cruciaal belang omdat het studenten voorbereidt op hun deelname aan de maatschappij. Hoewel veel scholen waardevolle stappen hebben gezet bij de verbetering van het burgerschapsonderwijs is er volgens de minister nog een wereld te winnen. Zij daagt alle scholen uit om ambitieus te zijn in de vormgeving van het burgerschapsonderwijs: ‘Hier ligt echt een verantwoordelijkheid voor de sector. Niet voor niets is burgerschap onderdeel van de drievoudige kwalificering in het mbo. Scholen moeten hier dus echt werk van maken.’

Volgens de minister is het van belang dat iedere school een duidelijke visie ontwikkelt op burgerschap. Zij voelt dan ook weinig voor het landelijk vastleggen van eindtermen voor het burgerschapsonderwijs, zoals sommige Kamerleden willen: ‘Ik ben er niet van overtuigd dat landelijk strakker vastgelegde eindtermen en urennormen noodzakelijkerwijs zullen leiden tot beter burgerschapsonderwijs. Ik hecht ook waarde aan de vrijheid die scholen hebben om burgerschapsonderwijs op verschillende manieren vorm te geven, zodat het onderwijs aansluit bij de schoolvisie en de doelgroep die het betreft.’

Scholen zijn wel verplicht sinds dit schooljaar expliciet aandacht te besteden aan het onderwerp diversiteit. Het gaat dan om de acceptatie van diversiteit op het gebied van afkomst, geloof en geaardheid. Volgens minister Van Engelshoven moet iedere student leren dat er verschillen zijn: ‘Een student die heeft geleerd om met verschillende meningen en mensen met verschillende identiteiten om te gaan, is beter in staat om als burger te participeren in een maatschappij met grote verscheidenheid.’

Lees hier de brief over de voortgang van de Burgerschapsagenda

Lees ook: