Groei aantal bbl-studenten zet verder door

01 januari 2020
De groei van het aantal BBL-leerbanen stijgt verder door. De nieuwe instoom van BBL-studenten was in 2019 zo’n 46.500. In 2018 lag dit aantal zo’n 1.500 lager.

Dat blijkt uit de door de MBO Raad gepresenteerde instroomcijfers 2019. Het totaal aantal instromers in mbo-opleidingen is in 2019 nagenoeg gelijk gebleven aan dat van 2018. De totale instroom daalde licht van ongeveer 166.000 naar zo’n 165.500. Van de voorspelde forse krimp is tot op heden dus nog amper sprake. Binnen de instroom is een verschuiving zichtbaar van de voltijdse opleidingen naar de leerbaan-variant. Het aantal nieuwe voltijd-studenten daalde van 119.000 naar 117.000, terwijl het aantal BBL-studenten steeg van 45.000 naar 46.500 (ruim 3%).

Er is al langer sprake van groei van het aantal BBL-studenten. Deze stijging is grotendeels te verklaren door de hoogconjunctuur en de krapte op de arbeidsmarkt. Het totaal aantal BBL-studenten lag vorig schooljaar (2018-2019) al op zo’n 120.000. In 2015 bereikte het aantal BBL-studenten een dieptepunt van 95.000. In 2009, voor de crisis, kende het mbo nog ruim 165.000 leerbanen.

Eerder dit jaar meldde het ROC van Twente al een opmerkelijke stijging van het aantal studenten, met name in de BBL-variant. In totaal kende het ROC van Twente 500 meer inschrijvingen dan eerdere jaren. Ook het Nova College (Haarlem) meldde recent een forse stijging van het aantal leerbanen. Het aantal BBL-studenten bij het Nova College steeg dit schooljaar met 18% in vergelijking met vorig schooljaar. De landelijke stijging van 3% steekt daar nog mager bij af.

De MBO Raad is met name blij dat steeds meer jongeren uit het havo of het vwo kiezen voor het mbo. Volgens Frank van Hout, waarnemend voorzitter van de MBO Raad, is de beroepsroute ook voor jongeren uit havo en vwo aantrekkelijk: ‘Voor veel jongeren past het beroepsonderwijs beter bij hun talenten dan het algemeen vormend onderwijs.’ Van Hout is ook blij dat de instroom van 27-plussers stijgt: ‘Volwassenen ouder dan 27 jaar komen steeds vaker terug om zich te laten om- of bijscholen.’