Brede coalitie wil meer waardering voor beroepsonderwijs

21 januari 2020
Beroepsonderwijs en academisch onderwijs verdienen een gelijke waardering. Dat voorstel maakt onderdeel uit van het door een brede coalitie van onderwijs-organisaties gepresenteerde discussiestuk ‘De toekomst van ons onderwijs.’

Een brede coalitie van onderwijsorganisaties, waaronder sectorraden als de MBO Raad en de VO Raad, maar ook vertegenwoordigers van leerlingen en studenten, roept op tot een discussie over de toekomst van het Nederlandse onderwijs. De organisaties hebben overeenstemming bereikt over de hoofdlijnen van een nieuw onderwijsstelsel. Het discussiestuk ‘De toekomst van ons onderwijs’ pleit onder andere voor meer investeringen in voorschoolse educatie, om zo taalachterstanden zo vroeg mogelijk weg te werken.

Een ander opvallend voorstel is het idee jongeren pas rond de leeftijd van 15 jaar een schoolkeuze te laten maken. Het is de bedoeling dat de leerling dan kan kiezen uit twee gelijkwaardige richtingen: een beroepsgerichte of een academische stroom. De keuze is primair gebaseerd op de interesse van de leerling. Theoretisch geïnteresseerde leerlingen kiezen voor de academische stroom, die voorbereidt op een universitaire opleiding. Wie zich wil voorbereiden op een praktische beroepsopleiding, kiest voor de beroepsgerichte stroom. Binnen die stroom kunnen leerlingen direct gericht voor een beroep kiezen of zich eerst scholen binnen een breder domein.

Belangrijk is dat de beide stromen volgens de opstellers van het discussiestuk gelijkwaardig zijn; er is geen sprake van een ‘hoog’ en een ‘laag’ niveau. Leerlingen kunnen ook in beide richtingen een hoog eindniveau behalen. Bij de academische stroom kunnen leerlingen doorstromen naar de universiteit om een bachelor-diploma en master-diploma te behalen. Bij de praktische stroom kunnen leerlingen doorstromen naar de hogeschool om daar een associate degree of bachelor-diploma te behalen.

Frank van Hout, waarnemend voorzitter van de MBO Raad, is blij met het discussiestuk: ‘Ik vind het in de eerste plaats belangrijk dat we met zoveel organisaties inhoudelijk tot één lijn zijn gekomen. Het stuk is in feite een pleidooi voor een stelselherziening, maar het komt wel echt voort uit het onderwijs zelf. Voor het mbo is het ontzettend belangrijk dat beroepsonderwijs een volwaardige plek krijgt. In het huidige stelsel komen niet alle leerlingen op de goede plek terecht. Talenten worden daardoor onderbenut. Dat kan beter en dit voorstel helpt daarbij.’ Ook Jurgen van der Hel van JOB is tevreden over het discussiestuk: ‘Het mbo is de motor van de economie, dat verdient meer waardering. Met dit voorstel zal er veel meer contact mogelijk zijn tussen mbo en hbo. Dat is een goede zaak.’

Het discussiestuk richt zich primair op de inhoud, maar duidelijk is dat aan de voorstellen ook een prijskaartje hangt. Er wordt zelfs gesproken over de noodzaak van een ‘structurele miljardeninvestering’. Zover is het echter nog niet: eerst gaan de diverse ondertekenaars van het discussiestuk het land in om de inhoudelijke ambities te bespreken. In april moet dit tot een nieuw document leiden, dat als inspiratiebron kan dienen voor de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen.

Lees hier alles over het discussiestuk ‘Toekomst van ons onderwijs’