Onderwijsinspectie: Extra geld voor docenten door scholen goed besteed

05 december 2017

Delen
05 december 2017
VO-scholen hebben meer dan de 65 miljoen euro die zij eind 2013 ontvingen voor het behouden en aannemen van leraren, ingezet voor personeel. De VO-sector wist daarmee 3.300 fte personeel extra aan te nemen en in dienst te houden. Dit blijkt uit een analyse van de Onderwijsinspectie in de Financiële Staat van het onderwijs die vorige week gepubliceerd werd. Lange tijd werd in twijfel getrokken of dit geld uit het Nationaal Onderwijsakkoord door scholen goed besteed was.
Eind 2013 kwam in het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) eenmalig 65 miljoen euro beschikbaar voor het behoud en aannemen van 1200 (fte) jonge docenten in het voortgezet onderwijs. Lange tijd werd in twijfel getrokken of het geld wel goed ingezet was en bestond het vermoeden dat scholen de middelen hadden opgepot of besteed aan andere zaken dan personeel. Dat vermoeden leidde in de politiek tot een beschadiging van het vertrouwen in het onderwijsveld en zwengelde zelfs een discussie aan over de bekostigingssystematiek in het onderwijs. De cijfers uit de Financiële staat van het onderwijs laten nu zien dat de twijfels over een juiste inzet van de NOA-middelen ongegrond zijn. De scholen gaven zelfs veel meer uit om personeel te behouden en aan te trekken.

Overtroffen verwachtingen

De uitgaven van VO-scholen aan personeelsinzet blijken na de financiële impuls in 2013 aanzienlijk te zijn gestegen. De scholen gaven veel meer uit aan personeel dan het bedrag van 65 miljoen euro en wisten daarmee 3.300 fte mensen extra in dienst te houden en aan te nemen. Verwacht mag worden dat het gaat om minimaal 2.400 fte docenten. Het aandeel docenten, afgezet tegen het aandeel OOP en directie, groeide namelijk vanaf 2014. Uit eerder onderzoek van de VO-raad bleek dat het ruime overtreffen van de verwachtingen komt doordat scholen ook de eenmalige investering van 217 miljoen euro uit het Herfstakkoord benut hebben om docenten in dienst te houden. Na jaren van (stille) bezuinigingen voorafgaand aan 2013 was ook dat geld nodig om grotere klassen en verschraling van het vakkenaanbod tegen te gaan.

De cijfers van de Onderwijsinspectie laten ook zien dat er geen sprake is van oppotten van geld: in de periode van 2012 tot 2016 stegen de baten in het VO volgens de inspectie met 950 miljoen en de lasten met 954 miljoen.