Verdrag met Duitsland nodig voor erkenning diploma’s

21 juni 2018
Nederland moet een verdrag sluiten met de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen over de erkenning van vakdiploma’s. Dat stelt Eddy van Hijum, gedeputeerde in Overijssel.

Als vakdiploma’s wederzijds erkend worden hebben werkzoekenden binnen de Nederlands-Duitse grensregio’s meer kans op een baan. Aan beide zijden van de grens is aan goede wil geen gebrek, maar in de praktijk zijn grensbarrières taai. Een goed voorbeeld is de wederzijdse erkenning van mbo-diploma’s. In de eisen voor kwalificaties en beroepsuitoefening zitten behoorlijke verschillen tussen Nederland en Duitsland. In Duitsland liggen de eisen doorgaans hoger.

Ondergewaardeerd
Daardoor loopt vooral aan Duitse zijde de erkenning van mbo-diploma’s moeizaam. Duitsland kent tal van gereglementeerde beroepen zoals ouderverzorger, verpleger of medewerker kinderopvang, waarvoor je met een Nederlands diploma niet zomaar in aanmerking komt. Nederlandse diploma’s worden bovendien vaak ondergewaardeerd, omdat niet strikt wordt voldaan aan de strenge Duitse eisen die samenhangen met het duale systeem van leren en werken. Hierdoor worden diploma’s niet erkend, of worden ze te laag ingeschaald.

Verdrag
Bij niet-gereglementeerde beroepen, zoals technische beroepen, zijn de procedurele belemmeringen minder groot. Maar ook hier blijken Duitse werkgevers veelal precies te willen weten waar ze met de Nederlandse diploma’s aan toe zijn. In de praktijk bepaalt de kennis van opleidingen uit het buurland bij werkgevers, of het gebrek daaraan, of een diploma wel of niet erkend wordt. Van Hijum pleit daarom voor een verdrag tussen Nederland en Duitse deelstaten met daarin afspraken over wederzijdse erkenning. Werkzoekenden hoeven dan niet meer een individueel traject te doorlopen voor erkenning van hun diploma. En werkgevers kunnen erop vertrouwen dat de in het verdrag genoemde diploma’s ook geijkt zijn naar de eigen nationale maatstaven.

Voortbouwen
Van Hijum stelt voor om te beginnen met opleidingen waaraan in de grensregio’s het meest behoefte is, bijvoorbeeld zorg & welzijn en techniek. Er kan dan worden voortgebouwd op het werk dat mbo-scholen en werkgevers al hebben verricht om de opleiding te laten aansluiten op de eisen van Duitse werkgevers, inclusief taalbeheersing. De politieke wil aan beide zijden van de grens om nu eindelijk eens spijkers met koppen te slaan, kan de wederzijdse erkenning het laatste zetje geven, aldus van Hijum.

Minister wil meer studenten naar buitenland
Internationaliseringsagenda nodig voor mbo