Minister: extra stappen naar inclusief hoger onderwijs

24 oktober 2018
Minister Van Engelshoven (Onderwijs) wil de overstap naar het hbo voor mbo-studenten makkelijker en vanzelfsprekender maken. In een Kamerbrief zet de minister uiteen hoe ze dit wil bewerkstelligen.

Het Nederlandse hoger onderwijs geldt als een van de meest toegankelijke stelsels in Europa. Maar hier profiteren niet alle studenten van. Wat minister Van Engelshoven betreft kunnen er op dit vlak nog extra stappen worden gezet. Want er zijn nog steeds groepen voor wie een gang naar de collegebanken minder makkelijk en vanzelfsprekend is. Denk aan mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, aan mensen die een opstartperiode nodig hebben en aan mensen die een studie willen combineren met bijvoorbeeld mantelzorg of ondernemerschap. En – last but not least – aan mbo’ers die door willen stromen naar het hbo.

Gelijke kansen
In de Kamerbrief ‘Toegankelijkheid en kansengelijkheid in het hoger onderwijs’ onderstreept de minister dat wie wil en kan een studie moet kunnen volgen in het hoger onderwijs. ‘Niet alle studenten hebben gelijke kansen bij de instroom in het hoger onderwijs en bij hun ontwikkeling tijdens hun opleiding. Dit is onaanvaardbaar’, schrijft zij. ‘Studiesucces zou er juist over moeten gaan dat zo veel mogelijk geschikte studenten een diploma in het hoger onderwijs kunnen halen. Zeker met een arbeidsmarkt waarin veel vraag is naar hoger opgeleiden.’
Kansengelijkheid ziet Van Engelshoven als ‘een belangrijke maatschappelijke uitdaging’. ‘Nog niet altijd weten we waarom bepaalde groepen studenten het minder goed doen dan anderen. Waar nodig wil ik dit in de komende periode dan ook nader analyseren. De resultaten hiervan worden meegenomen bij de totstandkoming van de volgende Strategische Agenda hoger onderwijs en onderzoek. Samen met het onderwijs zal ik vervolgens kijken hoe we de initiatieven op dit vlak kunnen verbeteren.’

Keuzedelen
In haar brief gaat Van Engelshoven onder andere in op de doorstroom van het mbo naar het hbo. ‘Ik wil dat er bij de overgang naar het hoger onderwijs zo min mogelijk belemmeringen zijn waarbij iedere student kan rekenen op voldoende en passende ondersteuning’, schrijft ze. De overgang verloopt niet altijd even soepel, maar de minister ziet dat verschillende instellingen invulling geven aan een goede aansluiten, bijvoorbeeld door middel van loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB), voorlichting en de studiekeuzecheck. ‘In het mbo zijn daarnaast recent de keuzedelen doorstroom mbo-hbo ingevoerd. Ik zal met studenten in gesprek gaan over de ervaringen met deze keuzedelen en hoe deze verder verbeterd kunnen worden’, aldus de minister.

Samenwerking
Het voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs zijn samen verantwoordelijk voor de ondersteuning en begeleiding van de student bij de overgang naar het hoger onderwijs, stelt Van Engelshoven. ‘Regionale samenwerking is daarom van groot belang’. De minister heeft al eerder laten weten voor de periode 2018 tot en met 2021 € 32 miljoen beschikbaar te stellen om ‘effectieve manieren van samenwerking gericht op doorstroom en aansluiting uit te proberen, hiervan te leren en te innoveren’. Zij wil zo ‘scherper in beeld krijgen wat de exacte redenen zijn waarom de overgang door studenten niet altijd positief wordt ervaren. Dit moet uiteindelijk leiden tot duurzame verbetering van de aansluiting op het hoger onderwijs. Na 2021 wil ik goede voorbeelden dan ook terugzien als gangbare praktijk.’

De Kamerbrief kun je hier downloaden.