Scalda brengt de school naar de praktijk

05 juni 2019
Samen met bedrijven en instellingen pakt Scalda de enorme arbeidstekorten in Zeeland aan. Met praktijkroutes zijn opleidingen flexibel, hoeven studenten minder te reizen en weet de regio jongeren aan zich te binden.

Het Zeeuwse Scalda sluit in de kwaliteitsagenda aan bij de lopende strategie en zet stevig in op hybridisering van het onderwijs. ‘We mengen theorie en praktijk in allerlei vormen’, verduidelijkt College van Bestuur-voorzitter Hendrik-Jan van Arenthals. ‘We halen de praktijk de school in, bijvoorbeeld met een kapperszaak en militairen die les komen geven. Én we brengen de school naar de praktijk, bijvoorbeeld door lessen te organiseren in een watersportcentrum. De meest verregaande vorm daarvan is de praktijkroute. Dan krijgen de studenten alle lessen bij bedrijven of instellingen. Ook voor theorievakken. Die krijgen ze in zogenaamde ‘werkplaatsen’. De leercurve van de student is dan leidend. In principe bepalen ze zelf wanneer ze welke theorie nodig hebben. Natuurlijk begeleiden we ze wel, met een docent en een bedrijfsopleider.’

De voordelen van onderwijs in de praktijk zijn bekend. Veel studenten leren beter door te doen. Contextgericht leren zorgt voor meer motivatie. En nergens is de leerstof meer up-to-date dan in de bedrijven zelf. Maar specifiek voor Zeeland zijn er extra redenen om hiermee aan de slag te gaan. Van Arenthals: ‘We zitten nu nog in een demografisch krimpgebied. De leerlingenaantallen in het voortgezet onderwijs lopen hard terug. Daardoor zijn er vaak niet genoeg studenten voor reguliere onderwijsvormen. Dan dreigen er opleidingen weg te vallen. Met praktijkroutes kun je studenten flexibel clusteren en begeleiden. In een ziekenhuis kunnen niet alleen studenten van verpleging en zorg terecht, maar bijvoorbeeld ook van maintenance en horeca. Bovendien kan het voor medewerkers interessant zijn om aan te sluiten bij de lessen. Daarmee werk je gelijk aan een leven lang ontwikkelen.’

Een ander typisch Zeeuws probleem is de grote spreiding. ‘Voor veel studenten is het normaal om één of zelfs twee uur te reizen naar school’, vertelt Van Arenthals. ‘Met een praktijkroute kunnen ze bij een bedrijf in de buurt terecht voor onderwijs. Daar komt bij dat er in de regio een groot tekort is aan werknemers doordat veel jongeren wegtrekken. Met hybridisering geven we de regio de kans om jongeren aan zich te binden. Zo krijgen studenten van de Zeeuwse Praktijkroute Ouderenzorg in de BOL zo’n 600 euro stagevergoeding én een baangarantie. Bovendien delen we zo onze verantwoordelijkheid met bedrijven.’

De praktijkroutes zijn divers, van economie en horeca tot zorg. Hier lichten we de ouderenzorg eruit. Van Arenthals: ‘Die loopt nu twee jaar. Deze route is relatief makkelijk te organiseren, omdat de ouderenzorg in de provincie verdeeld is over een beperkt aantal grote besturen. Die doen eigenlijk allemaal mee. Bovendien is de praktijkroute ingebed in het Zorgpact. Ook geldstromen komen uit die hoek, onder meer dankzij de actie van Hugo Borst. Daarnaast krijgen we goede ondersteuning van Viazorg, een organisatie die onderwijs en zorgbesturen in Zeeland bij elkaar brengt. Zij helpen om onderwijs en arbeidsmarkt op elkaar af te stemmen. De route is succesvol. Vooral de BBL-variant neemt enorm toe. En ze trekt heel veel zij-instromers. Zo voorzien we samen in de grote behoefte aan arbeidskrachten.’