Vakwedstrijden als stimulans voor onderwijskwaliteit

26 juni 2019
De afgelopen jaren heeft Scalda opvallend veel succes bij de vakwedstrijden. Een van de disciplines die daarbij in het oog springen, is CAD-tekenen. Architect van dit succes is docent Ronald Schroevers. Hij ziet de vakwedstrijden als ultiem instrument om de kwaliteit van het onderwijs naar een hoger plan te tillen. Bij Scalda, maar ook landelijk en zelfs internationaal.

Drie keer goud bij de afgelopen vier edities van EuroSkills. Plek 1 én 2 bij Skills The Finals in maart. De cijfers liegen er niet om: als het om CAD-tekenen gaat, is Scalda Vlissingen doorgaans podiumkandidaat. Althans, als het om nationale en Europese vakwedstrijden gaat. ‘Bij WorldSkills is het al razendknap als je in de top tien belandt’, vertelt Ronald Schroevers, docent bij de opleiding Werktuigbouwkunde en tevens coach en expert bij de wedstrijd CAD-tekenen. ‘Van landen als China en Zuid-Korea kunnen we nooit winnen. Hun kampioenen trainen twee jaar lang 40 tot 50 uur per week! Onze Ike zal dit jaar zo’n 700 trainingsuren draaien. Dat is een peulenschil vergeleken met de Aziaten. Hoe dan ook is het al een super prestatie dat je als 20-jarige jouw land mag vertegenwoordigen op Europees en wereldniveau.’

Op school traint Ike niet in zijn eentje: hij wordt vergezeld door twee tweedejaars en twee derdejaars studenten Werktuigbouwkunde. ‘Dat is ons Talentklasje’, legt Ronald uit. ‘Dit klasje heb ik dit schooljaar voor het eerst. De studenten trainen steeds met Ike mee, leren van elkaar en inspireren elkaar. Een van de derdejaars studenten, Gerben Swart, is dit jaar bij Skills The Finals tweede geworden en traint mee op het niveau van Ike. Gerben wil volgend jaar weer meedoen en hoopt zo een ticket te bemachtigen voor EuroSkills 2020. Na de zomer komen er weer nieuwe personen bij die uit de selectieronde komen bovendrijven. Ike is dan uit dit groepje verdwenen, maar zal waarschijnlijk ook nog af en toe zijn ervaringen met het klasje delen. Op deze manier hoeven we niet steeds opnieuw te beginnen, maar bouwen we echt voort. We hebben 40 studenten per leerjaar, dus er zijn altijd wel getalenteerde en gemotiveerde studenten te vinden.’

Het was sowieso een initiatiefrijk schooljaar voor Ronald. Zo heeft hij 11 collega-docenten van andere scholen met CAD-tekenen in het curriculum bijeengebracht in een landelijk overleg. ‘Om het niveau nog hoger te krijgen, moeten we meer samenwerken’, onderstreept hij. ‘We kunnen gezamenlijk een trainingsprogramma opzetten. Of bijvoorbeeld studiematerialen inkopen. In juni hebben we met een groot deel van de groep in Nijmegen gekeken of we dit op poten gezet konden zetten. De animo is groot, zo bleek. Deelnemen aan vakwedstrijden werkt hiervoor stimulerend.’

Ook internationaal zoekt Ronald samenwerking. ‘Onlangs ben ik, samen met Ike en Gerben, een week lang in Porto geweest. Daar hebben we getraind met onze Portugese collega’s. Deze “oefeninterland” is voor alle partijen goud waard. Volgend jaar willen we dit nog groter aanpakken, met andere Europese landen erbij. We gaan dan voor twee weken. Dan wordt het ook mogelijk om bij de EU subsidie aan te vragen, in het kader van internationalisering.’

Eerst wacht WorldSkills in Kazan. Ike is er klaar voor, vindt Ronald. ‘Hij heeft naast de wedstrijd in Portugal nog meer internationale ervaring: vorig jaar deed Ike mee aan EuroSkills in Boedapest. Hij weet dus hoe groots deze vakwedstrijden zijn. Die ervaring is fijn, want het “NK” CAD-tekenen vond dit jaar niet in de RAI plaats, maar op een school. Dan is de overstap naar het internationale podium wel erg groot. Ik hoop dat dit bij de komende editie anders georganiseerd is. Gerben gaat overigens ook naar Kazan. Als supporter: het bedrijf waar hij nu stage loopt, bekostigt een deel van zijn reis, zodat Gerben alvast kan proeven aan dit mega-evenement. Via eenzelfde constructie kon Ike onlangs naar Portugal. Dat onderstreept nog maar eens het belang dat het bedrijfsleven aan de vakwedstrijden hecht. Ook hier is samenwerking cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs.’

Ike Vermeulen bereidt zich momenteel samen met Ronald Schroevers voor op WorldSkills in Kazan. Vijf vragen aan een bevlogen Skills-kampioen.

Over iets meer dan twee maanden zit je in Kazan voor WorldSkills. Druk bezig met de voorbereiding?
Ike: ‘Jazeker! Ik oefen op school, bij mijn stagebedrijf Centraal Industrie Service in Terneuzen én in mijn vrije tijd. De komende maanden ga ik daar mee door. Gewoon veel tekenen, dat is de beste training. Daar ben ik eigenlijk al drie jaar mee bezig. Eerst om me te kwalificeren voor Skills The Finals, daarna voor EuroSkills, vervolgens opnieuw voor Skills The Finals. Nu wacht Kazan. Ik ga gewoon door en blijf me ontwikkelen.’

Je traint dit jaar niet in je eentje, maar met enkele andere studenten in de Talentklas [zie interview met Ronald Schroevers, red]. Hoe is dat?
‘Dat is erg leuk. We komen elke dinsdagavond samen. We leren veel van elkaar. Zo is een van de studenten handig met het tekenprogramma Inventor. Zijn kennis deelt hij met ons. Op die manier leren we ook hoe je iets het beste aan iemand kunt uitleggen. Dat is ook later op de werkvloer handig.’

Je bent onlangs naar Portugal gegaan voor een “oefeninterland”. Leerzaam?
‘Ja, absoluut. Ik heb daar geoefend met de kampioen van Portugal. Ik kende hem nog van EuroSkills. Hij gaat ook naar WorldSkills. Een goede tegenstander dus voor een oefeninterland. Onze coaches/experts waren er ook bij. We hebben veel kennis en informatie uitgewisseld. Daarnaast hebben we twee dagen lang een vakwedstrijd gehouden.’

Wanneer is “Kazan” voor jou geslaagd?
‘Ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat een podiumplaats er niet in zit. Met name de Aziaten zijn niet te kloppen. Die kunnen aardig tekenen… Mijn missie is geslaagd als ik bovengemiddeld presteer. Je krijgt dan een Medal of Excellence. Bij EuroSkills kwam ik twee punten te kort. Erg jammer. Maar ik krijg nu de kans om dit recht te zetten.’

En daarna?
‘Ik ben nu bijna klaar met mijn opleiding. Sterker nog, ik ben op dit moment bezig mijn eindpresentatie voor te bereiden. Daarna blijf ik werken bij Centraal Industrie Service. Daar hebben ze al aangegeven dat ze me graag willen inlijven. Ik heb daar erg veel zin in. Het is een mooi bedrijf, dat enorm meeleeft met mijn Skills-avonturen. Ze geven me alle ruimte, helpen me bij mijn voorbereiding en hebben zelfs mijn Portugal-reis betaald. Ik ben daar echt op mijn plek!’