Hoe houden we het onderwijs goed?

22 november 2019
Volgens Inge Vossenaar, directeur MBO op het ministerie van Onderwijs, staan veel signalen in het mbo op groen. Zo is het studiesucces toegenomen, groeit de tevredenheid van studenten en zijn mbo’ers gewild op de arbeidsmarkt. Ruim 80% van de afgestudeerden vindt binnen drie maanden werk!

In haar bijdrage aan de Dag van het MBO vertelt Vossenaar over de beleidsdoorlichting die het ministerie onlangs heeft laten uitvoeren. Uit die analyse blijkt dat het Rijksbeleid over het algemeen de inspanningen van de scholen ondersteunt. Maar het beleid heeft ook enkele duidelijke mislukkingen gekend, zoals de Cascade-bekostiging, het lerarenregister en de indicator studiewaarde. Ook lukt het maar niet om het aantal techniekstudenten te laten groeien.

Ondanks de positieve ontwikkelingen binnen de mbo-sector is er geen reden om achterover te leunen. Vossenaar signaleert voor de nabije toekomst drie uitdagingen. In de eerste plaats de krimp, die zich met name buiten de Randstad gaat voordoen. Belangrijk is dat scholen minder aan concurrentie en meer aan samenwerking gaan doen. Fusie met behoud van eigen identiteit ziet Vossenaar als een interessante optie. Een tweede uitdaging is de flexibilisering van het onderwijs. Volgens Vossenaar hebben scholen veel mogelijkheden om tot een regionale invulling van opleidingen te komen, onder andere via de toepassing van mbo-certificaten. De laatste uitdaging ligt op het terrein van digitalisering. ‘Er mag best een tandje bij’, meent Vossenaar. Scholen maken nog maar mondjesmaat gebruik van de enorme mogelijkheden die tegenwoordig beschikbaar zijn.

Voor het toekomstig beleid ziet Vossenaar drie uitgangspunten. In de eerste plaats zal er veel aandacht zijn voor de maatschappelijke opgave van het mbo: het bieden van kansen aan zoveel mogelijk jongeren. Ten tweede zal de focus nog sterker op de regio gericht zijn. Samenwerking tussen gemeenten, regionale werkgevers en scholen is belangrijk. Het derde uitgangspunt is ‘samenwerken in plaats van concurrentie’. Scholen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van het mbo. Ook in de toekomst blijft vernieuwing nodig, aldus Vossenaar: ‘Het gaat goed met het mbo, maar om goed te blijven is innoveren nodig.’