Wetsvoorstel voor afschaffing onderwijsovereenkomst

17 december 2019
Met een wetsvoorstel wil minister Van Engelshoven de administratieve lasten van scholen beperken en de rechtspositie van mbo-studenten verbeteren. Dat kan door enerzijds de onderwijsovereenkomst af te schaffen en anderzijds scholen te verplichten een geschilleninstantie in het leven te roepen.

Al langer is bekend dat minister Van Engelshoven voornemens is om de onderwijsovereenkomst in het mbo af te schaffen. Nu is het wetsvoorstel openbaar gemaakt, dat deze afschaffing wettelijk regelt. De redenen voor de wetswijziging zijn bekend: de onderwijsovereenkomst levert voor scholen veel administratieve rompslomp op. Niet alleen moet bij het begin van de studie de overeenkomst door school en student getekend worden, de overeenkomst moet ook regelmatig worden aangepast. Dat is bijvoorbeeld het geval als de student een keuzedeel kiest.

Daar komt bij dat de onderwijsovereenkomst in de praktijk amper voor een goede rechtsbescherming zorgt. Om de rechtspositie van de mbo-student te verbeteren worden daarom veel bepalingen uit de overeenkomst in de Wet educatie en beroepsonderwijs (Web) opgenomen. Het gaat bijvoorbeeld om de bepalingen rond schorsing of verwijdering van studenten. In de Web wordt opgenomen dat een school een student maximaal één week mag schorsen. Schorsingen die langer dan één dag duren, moet de school melden bij de inspectie. Als de school een student wil verwijderen van school, mag dat alleen in overleg met de inspectie.

Om de rechtspositie van de mbo-student verder te versterken, moet elke school een laagdrempelige klachtenfaciliteit hebben. Dat kan een functionaris zijn, maar ook een voorziening op de website. Daarnaast moet de school een geschillenadviescommissie in het leven roepen. Bij deze commissie kunnen studenten bezwaar maken als zij het oneens zijn met een beslissing, bijvoorbeeld over weigering van toelating of verwijdering. Scholen kunnen ervoor kiezen deze taak te beleggen bij de al langer bestaande klachtencommissie.

Als de student het oneens blijft met de school, ook na het advies van de geschillencommissie, kan de student in de toekomst terecht bij een beroepsinstantie. In het wetsvoorstel wordt deze taak belegd bij het al bestaande College van beroep voor het hbo. Dit college, werkzaam vanuit de Raad van State, zal in de toekomst dus voor zowel het mbo als het hbo werken.

Het wetsvoorstel bevat ten slotte ook bepalingen rond de ondersteuning van studenten met een beperking, handicap of chronische ziekte. Volgens het wetsvoorstel zijn scholen straks verplicht om schriftelijke afspraken te maken met de student over de ondersteuning die de school gaat bieden. Minimaal één keer jaar moet de school deze afspraken met de student evalueren. Met het wetsvoorstel is voor scholen duidelijker welke ondersteuning zij moeten bieden aan studenten met een beperking. De Onderwijsinspectie kan op deze manier ook beter controleren of de school aan zijn zorgplicht voldoet.

Het wetsvoorstel over de verbetering van de rechtspositie van mbo-studenten is nu open voor internetconsultatie. Het staat eenieder vrij om gebruik te maken van deze consultatiemogelijkheid. Dat kan via deze link.