Mensenrechten: nog te weinig aandacht op mbo

07 juni 2020
Veel mbo-scholen besteden nog te weinig aandacht aan het onderwerp ‘mensenrechten’. De Tweede Kamer wil dat de Inspectie strenger toeziet op de inhoud van het burgerschapsonderwijs.

Aandacht voor mensenrechten is binnen burgerschapsonderwijs in het mbo nog niet vanzelfsprekend. In de meeste scholen wordt dit thema wel behandeld, maar daarbij gaat het vooral om activiteiten van individuele docenten. Dit blijkt uit onderzoek van ECBO naar de aandacht voor mensenrechten in het mbo.

Aanleiding voor het onderzoek is een aanscherping van het examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen (EKB). In dit besluit is sinds 2016 expliciet opgenomen dat alle mbo-studenten de basiswaarden van de Nederlandse samenleving moeten erkennen. Het gaat dan om onder andere om de acceptatie van religieuze en seksuele diversiteit. Het College voor de Rechten van de Mens, de voormalige ‘Commissie Gelijke Behandeling’, gaf ECBO de opdracht te inventariseren hoe het drie jaar na de aanscherping van deze eis is gesteld met de aandacht voor de mensenrechten in het mbo.

Uit het onderzoek blijkt vooral dat er nog te weinig structurele aandacht is voor mensenrechten. Met de nodige slagen om de arm stelt het rapport dat de implementatie van mensenrechtenonderwijs op veel scholen nog een individuele aangelegenheid is. Bovendien krijgen niet alle vijftien mensenrechten evenveel aandacht. Er is vooral aandacht voor het individuele perspectief: het kennen en beschermen van de eigen rechten. Er is veel minder aandacht voor het sociale perspectief: het kennen en beschermen van de rechten van anderen. Het recht op rust en vrije tijd krijgt bijna geen aandacht.

Ondertussen wil de Tweede Kamer de scholen de duimschroeven aandraaien. Kirsten van den Hul (PvdA) eist dat in het onderwijs aandacht wordt geschonken aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en dat de Onderwijsinspectie hierop toeziet. De Kamerleden Bart Smals (VVD) en Anne Kuik (CDA) willen meer uniformiteit in het burgerschapsonderwijs, ‘zodat het burgerschapsonderwijs resulteert in meer kennis en kunde over de democratische rechtsstaat’. Op 9 juni werden de moties met een ruime meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen.